ZOEKEN

zondag 24 februari 2013

The City - 1939

Troy Mcclure gehalte is hoog maar toch een aanrader. 'The city' (1939) was één van de eerste sociale documentaires die keek naar de gevolgen van industrialisatie en verstedelijking in Amerika en de impact op de maatschappij. Prachtig tijdsdocument.
 

donderdag 21 februari 2013

Het verdwenen Volkshuis van Brussel

Dagelijks rijd ik er vanaf Brussel-Zuid met de trein voorbij. Vlak voor je de tunnel van de noord-zuidverbinding binnenrijdt, doemt het op langs de rechterzijde. Een grijze wolkenkrabber van dertien in een dozijn. Hou zou de Zavelwijk eruit zien moest dit gebouw nooit van de tekentafels geraakt zijn?

Op zondagen na een dagje rondzwerven in de smalle straatjes van de Marollen zou je ter hoogte van de Kapellekerk op een pareltje van de Belgische Art Nouveau stuiten. Het 'Volkshuis'.

© eBru 2002-2012

Ontworpen door de Belgische architect Victor Horta, bood het frivole gebouw plaats aan kantoren, winkels, cafés, vergaderzalen en een feestzaal. Het werd ingehuldigd in 1899.


© Rossel & cie. S.A. lesoir.be

Ondanks veel internationaal protest werd het 'Volkshuis' in 1965 afgebroken om plaats te maken voor een moderne wolkenkrabber. Bureaucratisch vrolijkt de Tour Blaton, genaamd naar de gelijknamige bouwfirma, sindsdien de bohemische volksbuurt op. 

Bruxelles, bruxellisation de la rue de la Samaritaine.

zondag 17 februari 2013

Impressies van Italië - 2004

Vulcano - Eolische Eilanden

Ik herinner me de autorit van Mechelen naar Brussels South Charleroi Airport.
Ik herinner me twee meisjes aan een tankstation die liftten naar Parijs.
Ik herinner me dat ik in het vliegtuig naar Pisa een handtekening vroeg aan Pieter van den Hoogenband. Olympisch zwemkampioen op de spelen van Athene 2004.
Ik herinner me de buitenwijken van Pisa waar we door de nacht dwaalden.

Ik herinner me een buurthuis met een binnenkoer waar we de weg vroegen naar het centrum. Italiaans, een beduimeld stadsplan en verwarring.

Ik herinner me dat één van de oudere mannen ons uiteindelijk naar het centraal station leidde, de weg wijzend op zijn fiets.

Ik herinner me de twee Belgen die we tegenkwamen in de stationshal van Pisa Centrale. Ze kwamen net terug van een wandelreis op Corsica. Ze zouden de vroege ochtendtrein nemen naar de luchthaven.

Ik herinner me de oncontroleerbare hoestbuien die me dagenlang parten speelden.

Ik herinner me het plastic zeil dat we openvouwden en over onze rugzakken en materiaal spreidden. We sliepen aan beide uiteinden van het zeil in een hoek van de stationshal.

Ik herinner me de persoon die ons in het midden van de nacht probeerde te bestelen en wegvluchtte in de omliggende straten.

Ik herinner me de drukte in de stationshal bij ontwaken. De Belgen waren verdwenen en we werden omringd door tientallen krioelende voorbijgangers. Een vrouw hielp me met het opvouwen van het plastic zeil.

Ik herinner me de publieke badruimte die we gebruikten in het station van Pisa Centrale. Toeristen en zwervers liepen me voor de voeten.

Ik herinner me de zonnige dag die we doorbrachten in Pisa. We bezochten de binnenstad en betraden het beroemde Piazza dei Miracoli met de Duomo en de scheve toren van Pisa. We rustten er uit op de uitgestrekte grasvelden en later kochten we een pijp van een zwarte straatverkoper in één van de omliggende steegjes.

Ik herinner me de treinreis naar Firenze en de ondergaande zon die het Toscaanse platteland rood kleurde. Aan vele ramen langsheen de spoorweg hingen regenboogkleurige vredesvlaggen met PACE. Italiaanse aanwezigheid tijdens de oorlog in Irak.

Ik herinner me het weerzien met Firenze. Een jaar eerder was ik er met de busdienst van Eurolines alleen naartoe gereisd.

Ik herinner me een treinstation in een buitenwijk van Firenze waar we de nachttrein naar Zuid-Italië zouden nemen. De avond was reeds gevallen en we ontmoetten een Canadese Siciliaan die na vele jaren zijn geboortestreek kwam bezoeken en zijn levensverhaal met ons deelde. Hij woonde in Calgary.

Ik herinner me de overvolle nachttrein en de conducteur die ons een plaats toewees in een treincoupé met een dronken, grommende man die zijn roes lag uit te slapen. De dranklucht was niet te harden.

Ik herinner me de zoektocht naar een betere slaapplaats.

Ik herinner me de Japanse studenten op rondreis door Europa. Ze moesten in Firenze zijn maar stapten uit in Rome.

Ik herinner me de eerste impressies van Zuid-Italië en het zicht op de middellandse zee vanuit onze treincoupé.

Ik herinner me het treinstation van Villa San Giovanni waar we niet tijdig uit de trein geraakten. De trein vertrok weer maar enkele meters verder minderde hij vaart en stopte. We probeerden de treindeur die tot onze verbazing opende.  We gooiden de bagage en onszelf uit de trein. Eindbestemming bereikt.

Ik herinner me onze wandeling naast de sporen naar het station en een groezelige panini in een verduisterde snackbar aan de haven.

Ik herinner me het ticket voor onze overtocht naar Sicilië: 1€.

Ik herinner me de Straat van Messina en een eenzame Italiaanse soldaat die voor zich uitstaarde aan boord. 

Ik herinner me het oude treinstation van Messina, godverlaten in al zijn glorie.

Ik herinner me de Siciliaanse schoolmeisjes zitten op de trappen voor het treinstation.

Ik herinner me de treinreis langsheen de kustlijn van Sicilië. Kilometers vuilnis die verspreid lag over het strand.

Ik herinner me de autowrakken langs de weg en de oude Fiat 500'tjes die je overal zag rondrijden.

Ik herinner me de chaos aan het busstation van Giardini Naxos.

Ik herinner me de buschauffeur die als een ervaren gek over de kusthellingen van Sicilië reed. Schelden op tegenliggers werd afgewisseld met 'Marina' van Rocco Granata.

Ik herinner me camping 'Paradise' onder de schaduw van bomen met zicht op zee.

Ik herinner me goedkope dagelijkse pastamaaltijden met tomatensaus uit flessen. Een gamel, aansteker en gasvuur deden de rest.

Ik herinner me salami, badend in het zonnige vet.

Ik herinner me de lift die een Duitser ons gaf naar Taormina.

Ik herinner me de kabellift naar de oude stad van Taormina.

Ik herinner me het antieke Grieks theater van Taormina.

Ik herinner me de lange terugwandeling langs de hoofdweg naar Messina.

Ik herinner me de verlaten strandboulevard van Letojanni in oktober.

Ik herinner me de gitarist die op het strand zijn muziek zat te tokkelen voor de ruisende zee.

Ik herinner me het muurtje langs de spoorlijn tussen Messina en Catania. We rookten er al zittend onze sigaretten en zagen de schoolgaande jeugd naar huis rennen bij het afgaan van de bel.

Ik herinner me de immense vrijheid en rust die ik voelde in de uitlopers van Europa.

Ik herinner me de goederentreinen die voorbij ratelden naar Catania.

Ik herinner me de sterrennacht op het strand naast onze camping en het eindeloze ruisen van de zee. Nachtelijke bedrijvigheid bij een nabije bouwwerf. Maffia?

Ik herinner me de afgesloten poort van de camping en onze pogingen eroverheen te klimmen. Het gerammel van het traliewerk bracht de nachtwaker die ons nors binnenliet.

Ik herinner me twee Nederlandse meisjes bij hun tent en onze gesprekken over hun trip naar de vulkaan Etna. De top was gehuld in dichte nevels.

Ik herinner me het gekke oude vrouwtje dat in zichzelf zat te praten, murmelend bij het treinstation van Giardini Naxos.

Ik herinner me onze reis naar de vulkaan Etna.

Ik herinner me de donkere, zwartgeblakerde straatjes van Giarre. Overal lawaai van bouten, sleutels en schroefboren in de omliggende autogarages.

Ik herinner me het vervallen vertrekpunt van de treinlijn rond de vulkaan Etna. Een spoorbediende meldde dat er vandaag niet vanaf Giarre kon gereden worden. We moesten per autobus naar een volgende halteplaats.

Ik herinner me het middaguur in Giarre. Alle winkels en luiken gesloten.

Ik herinner me het wachten op een autobus die nooit leek te komen.

Ik herinner me de busrit doorheen de regenachtige heuvels van het Siciliaanse binnenland.

Ik herinner me de treinlijn rond de Etna. De bergdorpjes en de vulkaan in de verte.

Ik herinner me het invallen van het duister en de eindeloze treinrit naar Catania. Verlichte kruisbeelden aan de einder.

Ik herinner me het vismarktje voor het stationsplein van Catania. Op het terrasje aten we een portie friet met vis die we wegspoelden met Birra Morretti. Op TV was er Europees voetbal met RSC Anderlecht-Inter Milaan. Mornar aan de bal. Siciliaanse onverschilligheid.

Ik herinner me de laatste trein naar Messina die we nooit zagen. We dienden de nacht in Catania door te brengen.

Ik herinner me het afgesloten stationsgebouw van Catania Centrale en onze slaapplaats die we oprichtten in een hoek van het stationsplein. Beurtelings hielden we de wacht.

Ik herinner me de eerste ochtendtrein naar Messina die werd vervangen door een autobus. De buschauffeur reed ons door de donkere straten van Siciliaanse dorpen en stadjes. De eerste mensen gingen naar hun werk en voerden een praatje met de chauffeur. Op de achtergrond de nasale stem van Eros Ramazzotti.

Ik herinner me het verlossende uithangbord van camping 'Paradise'. Een busdeur die opende, een iglotent in het vroege ochtendlicht en allesvergetende slaap.

Ik herinner me het afscheid van ons verblijf in camping 'Paradise'. We sloegen een praatje met de oudere eigenares. Omringd door bloemen zat ze aan een tafeltje naast haar huisje dat eveneens dienst deed als receptie. Op de achtergrond het ruisen van de zee. Een paradijs op aarde.

Ik herinner me het havenstadje Milazzo, in het noorden van Sicilië. Bestemming: Eolische Eilanden.

Ik herinner me de nacht aan de kaaien van Milazzo. Een straathond die ons vergezelde en de havenbewaker die opdook. We kookten ons avondmaal maar mochten er niet blijven slapen.

Ik herinner me dat we langs de kaaien dwaalden en een perfecte slaapplaats vonden tussen de beschutting van verschillende stapels houten balken.

Ik herinner me de geluiden van de nacht. Honden die blaften, krijsende katten, lallende stemmen en brekend glas.

Ik herinner me de morgen bij het ontwaken van de dag. Het kleine jachthaventje en het klotsen van het water tegen de kaai. De dauw op mijn slaapzak.

Ik herinner me de ongebondenheid van het zwerven en slapen in openlucht. Gelukzaligheid.

Ik herinner me de aangemeerde ferry naar het eiland Lipari. De geharde bootslui in oranje overalls die al roepend en lachend de trossen losten.

Ik herinner me de boottocht naar Lipari. Het bovendek, ronkende motors en de azuurblauwe zee.

Ik herinner me de drukte in de middeleeuwse steegjes van Lipari.

Ik herinner me de oude Amerikaanse toeriste die als vrijwilligster werkte bij een organisatie ter bestrijding van AIDS.

Ik herinner me de wandeling langs de oude vestingmuren boven de oude stad van Lipari.

Ik herinner me er de kerk van Sint-Bartholomeus en de klusjesman die me toegang bood tot afgesloten zalen met prachtige fresco's.

Ik herinner me de kleine jeugdherberg in een verderop gelegen baai.

Ik herinner me dat we de enige gasten waren die dag. We hadden de jeugdherberg helemaal voor onszelf.

Ik herinner me de gesprekken met de onthaalmedewerker. Doorheen het jaar werkte hij in een Milanese bank. Tijdens de zomermaanden hield hij mee de jeugdherberg open.

Ik herinner me het comfort van een bed na dagen op de grond te hebben geslapen.

Ik herinner me de avond aan de strandboulevard bij de jeugdherberg. Op een stenen muurtje dronken we onze biertjes van de kleine supermarkt om de hoek. Een straathond kwam ons gezelschap houden.

Ik herinner me het verlaten strand en de gekleurde parasols die wachtten op toeristen.

Ik herinner me de oude hoteleigenaar aan de haven van Lipari. Eeuwig wachtend op een aanmerende boot. Hij was ooit eens in België geweest. Bij het afscheid gaf hij me zijn visitekaartje. Het heeft nog jaren in mijn portefeuille rondgezworven.

Ik herinner me de beboste heuvels van het eiland Vulcano toen we de haven binnenvoeren.

Ik herinner me de bossen van Vulcano. We wilden er onze tent opslagen maar werden geplaagd door honderden muskieten.

Ik herinner me onze vlucht uit het bos. Achtervolgd door een zwerm hongerige muskieten bij valavond.

Ik herinner me de weg langs het bos. Als in een surrealistische droom stopte er een bestelwagentje met achter het stuur twee oosters geklede figuren. Ze brachten ons terug naar de haven waar ze hun waren verkochten op een toeristisch straatmarktje.

Ik herinner me onze opgezwollen muskietenbeten en de gesloten plaatselijke apotheek.

Ik herinner me de buurvrouw van de apotheek die ons een bundel palmbladeren gaf.

Ik herinner me de palmolie en z'n heilzame uitwerking.

Ik herinner me het uitstekende rotsplateau boven de haven van Vulcano waar we onze geïmproviseerde slaapplaats inrichtten.

Ik herinner me de volle maan en de sterrenpracht met uitzicht over de nachtelijke zee. Vrede.

Ik herinner me de vulkanische modderbaden en de zwavelgeur die weken later nog niet uit je kleren was getrokken.

Ik herinner me de epische bootreis naar Napoli.

Ik herinner de ondergaande zon boven de Eolische zee.

Ik herinner me onze passage voorbij het eiland Stromboli. Reizigers vergaloppeerden zich op het dek om een glimp van de actieve vulkaan waar te nemen.

Ik herinner me te slapen op de vloer van het benedendek terwijl de Italiaanse televisie verder kwetterde.

Ik herinner me het mistige Napels in de mystieke morgen. Napels zien en sterven.

Ik herinner me de volgepakte bussen van de Napolitaanse ochtendspits. Norse gezichten en werkmansleed.

Ik herinner me de chaos van Napels. Scooters, toeterende wagens, uitlaatgassen.

Ik herinner me de zoektocht naar onze jeugdherberg. We wandelden over een modderig voetpadje door een donkere autotunnel. De smog van de wagens was verstikkend. Plots de starende ogen van een rottend kattenkarkas. Er kwam licht aan het einde van de tunnel.

Ik herinner me de passant die ons vertelde dat de jeugdherberg aan de andere kant van de tunnel lag.

Ik herinner me de imposante jeugdherberg van Napels, gelegen op een heuvel boven de stad.

Ik herinner me de Oostduitser die in Wenen woonde. Hij had een Japanse vriendin, hield van elektronicamuziek en was op een technologiebeurs in Napels voor zijn werk.

Ik herinner me de Fransman die archeologie studeerde en Pompeii ging bezoeken.

Ik herinner me de prachtige Galleria Umberto I. Ik kocht er een aantal retrofoto's van Napels. Ze hingen nog lange tijd in mijn kamer te 'Onder den toren'.

Ik herinner me de avond in Napels en de inwoners die na hun werk kwamen rondslenteren in de dromerige binnenstad.

Ik herinner me de jazzmuziekwinkel waar de eigenaar ons een concert van To Rococo Rot aanraadde.

Ik herinner me de metro van Napels en zingende supporters op weg naar een wedstrijd.

Ik herinner me het concert van To Rococo Rot in een ondergrondse nachtclub van Napels.

Ik herinner me Engelse toeristen en de nachtelijke wirwar van steegjes in het oude stadscentrum van Napels. 

Ik herinner me de nachtbussen die niet naar onze jeugdherberg reden.

Ik herinner me de verlaten eindeloze baai van Napels in het oranje straatlicht.

Ik herinner me de straatprostituees aan het Castel Nuovo.

Ik herinner me de verkoper van het vismarktje die ons tevergeefs een lift wilde aanbieden tegen betaling.

Ik herinner me het brutale straatjongetje aan de Piazza del Plebiscito.

Ik herinner me de illegale kopie die ik kocht van de film 'The motorcycle diaries' bij een straatmarktje in een zijsteeg. Terug thuis bleek de film niet te werken.

Ik herinner me de overheerlijke pizza's voor 1€.

Ik herinner me de treinreis naar Pompeii. De Vesuvius op de achtergrond.

Ik herinner me de zigeunerfamilie die naast de weg naar Pompeii aan het bedelen was.

Ik herinner me de ruïnes van Pompeii en de geplaveide steegjes bij zonsondergang. De zon weerkaatsend op witte stenen.

Ik herinner me de binnentuinen van de mozaïeken paleizen.

Ik herinner me de volkse buurten van Pompeii.

Ik herinner me de gipsen lichamen van Pompeii. Slachtoffers van de dramatische vulkaanuitbarsting.

Ik herinner me de treinreis naar de eeuwige stad Rome. In de overvolle treincoupé kregen enkele geërgerde medereizigers wat Vulcano zand van onze bagage op het rek over zich heen gestrooid.

Ik herinner me Mc Donalds in het station van Roma Termini.

Ik herinner me de verstikkend warme metrotunnels van Rome.

Ik herinner me onze kennismaking met R. J. en F.. Allen onderweg naar de jeugdherberg.

Ik herinner me de grote slaapzaal waar we overnachtten in tegen de muur opgestelde stapelbedden.

Ik herinner me de oude Hawaïaan, op doorreis in Rome.

Ik herinner me R. J., de zelfverklaarde Rome gids. Nederlandse verkooppraatjes enzo.

Ik herinner me de duizenden Vespa's in de boulevards en het oorverdovende straatverkeer overdag.

Ik herinner me R. J. en zijn fotocamera: 'This is a very, very expensive camera.'

Ik herinner me de monumenten van Rome. Het Coloseum, de Ponte Sant'Angelo, de Trevifontein en het Pantheon bij nacht.

Ik herinner me de Sint-Pietersbasiliek. Binnen klonken er hemelse gregoriaanse gezangen die F. ontroerden.

Ik herinner me de beste ijsbar van Rome.

Ik herinner me 'Strangers in the night'. België, Nederland en Brazilië verenigd in de straten van Rome.

Ik herinner me het etentje aan het Pantheon en de gelegenheidsgitarist die verzoeknummers voor ons speelde op het plein.

Ik herinner me de taxirit naar onze jeugdherberg.

Ik herinner me de levendige gesprekken aan de voordeur van onze jeugdherberg met andere backpackers.

Ik herinner me het afscheid aan het station van Roma Termini. Een vereeuwigde groepsfoto.

Ik herinner me het weerzien met Pisa. Zoveel gebeurd sinds ons vertrek.

Ik herinner me de nachtelijke wandeling door de woonwijken van Pisa naar de luchthaven.

Ik herinner me de laatste nacht in Italië. Herinneringen ophalend aan een reis die m'n leven voorgoed had veranderd.

Ik herinner me de industriële skyline van Charleroi.

maandag 4 februari 2013

Dromen over Brazilië

Ik herinner me nog dat mijn moeder me vertelde: "Schrijf de conversatie die we vandaag hebben gehad ergens neer, en raadpleeg ze over twintig jaar nog eens terug. Kijk welke beslissing je uiteindelijk nam en wat je initiële bezwaren waren. Niets is onmogelijk en je moet altijd je hart volgen."

São Jorge, Chapada dos Veadeiros

De lach van Grilo - Brazilië



"Het gesjirp van de krekel en het gekletter van de regen komen door het donker tot mij als ritselende dromen uit mijn voorbije jeugd." Rabindranath Tagore

Ik herinner me nog de wijdse buitenwijken van Araguari. In een provinciestad in de binnenlanden van Minas Gerais lagen de straten te bakken onder de warme namiddagzon. We waren onderweg naar het huis van Grilo.

Bij aankomst waren kleine kinderen aan het spelen op het binnenerf en nieuwsgierig kwamen ze naar ons toe. Grilo was een oude man en lag in een bed in de hoek van een verduisterde woonkamer. Op de achtergrond speelde de TV terwijl zijn dochter aan het koken was in de bijkeuken.

Grilo had lepra gehad en grote delen van zijn armen en benen waren geamputeerd. Was het daarom dat de mensen uit de buurt hem krekel noemden?

Toen ik aan hem werd geïntroduceerd, lachte hij me met de meest hartelijke en tandeloze mond toe. Ik gaf hem een stevige hand bij zijn ellebogen en hij huilde van emotie. Hij zette zich recht op bed en begon languit met ons te praten. Zijn expressieve ogen verlichtten de hele kamer.

Onlangs hoorde ik dat Grilo is gestorven en ik denk gek genoeg nog vaak aan hem terug. 

zondag 3 februari 2013

Volterraio - Elba

Ik herinner me nog de oude, verweerde ruïne van Volterraio op het eiland Elba. Een rotspad bij Bagnaia slingerde de heuvels in en bracht je bij de laatste restanten van deze imposante vesting. Via een donkere uitsparing in de buitenmuur, beklom je een rotsige wand die toegang bood tot de verwilderde binnenplaats. Een afbrokkelende trap leidde naar de onbemande uitkijkposten, vanwaar je een prachtig zicht had over de azuurblauwe baai van Portoferraio. De bewoonde wereld leek vele eeuwen ver.