ZOEKEN

zondag 24 oktober 2010

Tragiek versus mystiek

Land van beloften, vrouwen onder de islam
August Thiry

In ‘Land van beloften, vrouwen onder de islam’ kruipt August Thiry in de huid van de 'Lonesome traveler'. Zijn reis start in Batoemi aan de Georgische kust, loopt met een omweg via Iran verder langs Midjat in Zuidoost-Turkije en brengt hem uiteindelijk naar de Pakistaanse hoogten van het mystieke Hunza. Gebieden die op het eerste gezicht niets met elkaar gemeen hebben, maar schijn bedriegt. In drie verhalen vertelt Thiry de tragische lotgevallen van mensen die, geconfronteerd met culturele en maatschappelijke veranderingen, een onzekere toekomst tegemoet treden.



In ‘De Kleurenmenger van Batoemi’ hoopt Thiry het nostalgische Batoemi van Paustovski terug te vinden. De Russische schrijver leefde aan het begin van de vorige eeuw in deze kustplaats. Wat hij te zien krijgt is echter minder fraai. Van de vergane glorie onder het communistische regime blijft maar weinig over. Samen met de weduwe Warda zwerft hij door de straten van het troosteloze Batoemi en leert haar verhaal kennen. Het wedervaren van een gepensioneerde vrouw die dapper haar mannetje probeert te staan in het door corruptie geplaagde Batoemi waar niets meer is wat het ooit was.

‘Shlemans wrok’ brengt Thiry bij de Assyrische beweging Beth Nahrin die strijden voor een eigen identiteit in het Midden-Oosten. Hoe de uitgeweken zakenman Shleman alles opgeeft in Zwitserland na die ene dramatische gebeurtenis in zijn leven. Vanaf die dag zet hij zich dagelijks in voor een autonome Assyrische staat vanuit de Iraanse hoofdstad Teheran. Dit samen met de jonge Ilona. Zij kan als vrijgevochten vrouw van Asyrische afkomst maar moeilijk aarden in het fundamentalistische Iran. Het geluk van haar moeder die een zangcarrière over de landsgrenzen uitbouwde, heeft ze niet gehad. Stilaan ontvouwt Thiry het geheim van Shleman.

In ‘Het been van de draak’ probeert Thiry het Hunza van de Vlaamse Marjan te ontdekken. Zij begon in de bergvlakten van Noord-Pakistan een nieuw leven met haar man Hakim. De droom sloeg al snel om in een nachtmerrie nadat hun eerstgeborene een meisje bleek te zijn. Gedesillusioneerd door aloude islamtradities vluchtte ze terug naar België. Thiry doet haar heenreis nog één keer over.

August Thiry neemt je mee op een reis vol lyrische plaatsbeschrijvingen, mijmering en zelfbeschouwing. Met de nodige vooraf opgedane kennis trekt hij steeds weer de hort op. Deze weetjes laat hij doorheen het boek meermaals in watervallen op je los. Dat kan in het begin een beetje storend overkomen, maar geleidelijk wen je daar aan. Bovenal probeert Thiry zijn eigen waarheid te destilleren uit de vele indrukken die hij te verwerken krijgt. Hij is zoals hij het zelf verwoordt “de anonieme passant die alle tijd van de wereld heeft om het onbekende binnenland van de vertellers te exploreren.” Je gaat op reis met de eigenzinnige, koppige gedachtegang van de kritische onderzoeksjournalist. Alles wordt vanuit diens oogpunt beleefd.

‘Land van beloften, vrouwen onder de islam’ is reisliteratuur voor lezers die houden van de melancholische, lyrische schrijfstijl die August Thiry zichzelf eigen heeft gemaakt. Diegenen die houden van avontuurlijk reizen en graag de vooraf uitgestippelde routes verlaten. Een voorliefde voor de islamitische cultuur en het oosten is daarbij een voordeel maar zeker geen must. Een gezonde dosis interesse voor menselijke verhalen en een reeks historische feiten op de achtergrond des te meer.
Het perfecte boek om in gedachten op reis te gaan of voor de globetrotter die na het lezen zelf op pad gaat. Zo wordt de traditie van de 'Lonesome traveler' voortgezet en in ere gehouden.



vrijdag 22 oktober 2010

Yoga is niet schools

‘Yoga is er voor de mens en niet omgekeerd. Lesgeven is een dienstbetoon, een offer aan de bron van ons bestaan die zich onder andere via de leerling manifesteert.’ Aan het woord is Herman Seymus, voorzitter van de Yogafederatie van de Nederlandstaligen in België. Als yogaleraar is hij verbonden aan de vereniging Yoga Niketan Belgium te Mechelen.





Op veertienjarige leeftijd kwam Herman Seymus met yoga in contact via zijn muziekleraar in het secundair onderwijs. Hij genoot zijn yogaonderricht ondermeer via hem, de gebroeders Mertens, swami Yogeshwarananda Saraswati en dr. E. Krishnamacharya.  

‘Shri Yogeshwarananda Saraswati is mijn goeroe, die me ingewijd heeft en waarvoor ik een grote genegenheid en respect koester,’ vertelt Seymus. ‘Hij bekeek educatie volgens de klassieke Indiase visie, als een middel tot Zelfrealisatie die de zin vormt van je bestaan. Hij kon zacht, maar tegelijk streng en veeleisend zijn. Tussen hem en mij bestond er naast het onderricht eveneens de directe overdracht van leraar op leerling,  die niet op schoolse principes was gefundeerd.’

Heropvoeding
Seymus ziet yoga  niet als een opleiding, maar eerder als een (her)opvoeding. ‘De leerling wordt van nabij gevolgd en bijgestuurd door de leraar. Daarbij fungeert de leraar als inspiratiebron en voorbeeld voor de leerling.’
Die traditionele meester-leerling relatie, in de  vorm van de directe ervaringsoverdracht, zoals dat ook  bij yoga gaat, bestond vroeger ook bij ons in de verschillende gilden.
‘Al doende leren, waarbij niet enkel het hoofd maar alle vermogens tegelijk worden gestimuleerd. Educatie veronderstelt dat je de omstandigheden creëert die het mogelijk maken om de aangeboren talenten van de leerling te ontwikkelen. Je laat dat wat potentieel aanwezig is in de leerling ontluiken.’

Deze vorm van kennis- en ervaringsoverdracht is eerder uitzondering dan regel geworden in de hedendaagse schoolopleidingen.
‘Er wordt nu hoofdzakelijk informatie doorgegeven met de hoop dat ze kennis wordt. Deze kennis en vaardigheden voldoen zo goed mogelijk aan het eisenpakket van de markteconomie, wat men met een duur woord als “eindtermen” omschrijft. Onderwijs is een bedrijf geworden en educatie een middel om een product te produceren. De scholen leveren als resultaat een halfafgewerkt fabricaat af, de gediplomeerde, dat geschikt is voor gebruik door het markteconomische complex. Hierbij wordt de beste kwaliteit/kost verhouding van de leverancier verwacht. De opvoeders worden als toemaatje dan ook nog eens onder druk gezet om aan de grillen van de leerlingen en ouders te voldoen. Het gevolg is dat vele goedmenende kandidaat-leraren afhaken of er zelfs niet meer aan willen beginnen.’

Waarom staat de huidige opleidingswijze dan niet meer ter discussie?
‘De beleidsmensen die tot de ontwikkeling van dit schoolsysteem aangezet hebben, pronken ermee. Alles is grotendeels gebaseerd op wedijver en presteren. De zogenaamd “zwakkeren” vallen daarbij uit de boot en belanden in het bijzonder onderwijs. Educatie is vandaag een overlevingstocht, een “Survival of the fittest” geworden. Het opdoen van een maximum aan intellectuele kennis en cognitieve vaardigheden in een zo kort mogelijke tijd, past volledig in dit plaatje. De integrale ontwikkeling en evenwichtige ontplooiing van het individu (humanisme) is van secundair belang geworden. Een zorgwekkend symptoom hiervan is het toenemende aantal leerlingen dat stress- en gedragsproblemen vertoont.’


Intuïtie versus conditionering
Volgens Seymus kan yoga alvast een actieve rol spelen bij het herdefiniëren van educatie. Door op prille leeftijd de ethische basisprincipes en waarden van yoga in de opvoeding te integreren. ‘Jongeren moeten eerst en vooral zichzelf leren kennen en zelfzekerheid opbouwen, alvorens ze door de huidige opvoedingsmethoden hun intuïtieve vermogens verliezen en hopeloos geconditioneerd raken. Het is perfect mogelijk om hen tot hun hogeschoolopleiding een algemeen aanbod te bieden. Op voorwaarde dat jongeren wordt duidelijk gemaakt hoe ze op een intelligente manier kunnen leren en eveneens assimileren, terwijl ze tegelijk hun zelfstandigheid tot ontwikkeling brengen. Deze aanpak hoeft daarom niet noodzakelijk onder het etiket yoga gecatalogeerd te worden.’

Seymus concludeert dat de toenemende verloedering van de maatschappij en de natuur op deze manier een halt zal toegeroepen worden. ‘Mensen zullen terug wakker en innerlijk vrij worden. Ze zullen blijk geven van een onafhankelijke geest, duidelijk beseffen wat essentieel is in het leven er ook naar handelen. De menselijke intuïtie zal hen terugvoeren naar zichzelf en de natuur.’