ZOEKEN

Posts tonen met het label de Oude Stad. Alle posts tonen
Posts tonen met het label de Oude Stad. Alle posts tonen

zaterdag 21 november 2020

True Detective – Seizoen 3 (8 episodes)


Een toevallige ontdekking via de app van VRT NU hield me enkele avonden aan de beeldbuis gekluisterd. Het derde seizoen van True Detective is een pareltje van een crime serie en wordt naar een hoger niveau getild door de acteerprestaties van Mahershala Ali.

Een klein stadje in Arkansas wordt in 1980 opgeschrokken door de onverklaarbare verdwijning van twee jonge kinderen (broer en zus Purcell) nadat ze gaan spelen bij een vriendje.

Wat volgt is een zoektocht naar de ware toedracht van de mysterieuze gebeurtenissen door detectives Wayne Hays (Mahershala Ali) en Roland West (Stephen Dorff). Twee Vietnam veteranen die hun dagen nu slijten bij de plaatselijke politie.

Het interessante aan de verhaallijn is dat het onderzoek wordt gevoerd over drie tijdsperiodes en de gebeurtenissen niet chronologisch in elkaar overvloeien. 

Er wordt regelmatig via flashbacks en flashforwards overgeschakeld tussen de jaren 1980, 1990 (wanneer de zaak Purcell wordt heropend) en 2015 (wanneer de twee detectives reeds lang met pensioen zijn). 

Dat detective Wayne in 2015 aan een niet nader genoemde ziekte, waarschijnlijk Alzheimer, lijdt, zorgt ervoor dat zijn gebrek aan tijdsbesef op je overwaait. Een soort van onwerkelijke tijdloosheid bekruipt je, waarbij je vaak niet meer weet in welk jaar je nu bent. 

In tussentijd zie je de hoofdrolspelers, het stadje en de Amerikaanse samenleving evolueren. Je maakt de detectives mee in de fleur van hun leven en ziet ze goede en foute keuzes maken die de rest van hun leven zullen bepalen. 

Uiteindelijk staat de levensloop van detective Wayne Hays centraal in de serie en verdwijnt het onderzoek geleidelijk meer naar de achtergrond. Je ziet hem worstelen met zijn trauma’s, het plaatselijke racisme en de persoonlijke impact van de (vermoedelijke) belemmering van het onderzoek op zijn leven. 


maandag 1 augustus 2016

10 Historic Buildings & Places That Vanished In Brussels

 
Ice skaters in the 'Pôle Nord' in the Central Halles Palace (1893- 1914)
© Anonymous/WikiCommons
From the middle of the 19th century, Brussels underwent a gigantic metamorphosis. The Senne was covered, and wide avenues were constructed which connected the new urban districts to the city center. Beautiful buildings in the new architectural styles of the Belle Époque arose everywhere, and after WWII, many existing sites were set to be demolished in favor of urban renewal. We take a look back at the historic buildings and places that no longer exist in the capital... 
 

dinsdag 1 juli 2014

Braziliaanse brieven - August Willemsen

Levendige dagboekimpressies van de verschillende studiereizen die August Willemsen maakte in Brazilië als vertaler van de Braziliaanse literatuur. Vele van zijn beschrijvingen van het dagelijkse leven kwamen me heel bekend voor. Een man die het evenwicht zoekt tussen z'n vertrouwde Europa en de kosmopolitische smeltkroes van een moeilijk te doorgronden en steeds veranderend Brazilië. Mooiste citaat? Op een boottocht op de rivier São Francisco in 1968: 


"Luís, een arme, donkere mulat met een tandeloze mond en een altoos stralend humeur. Vanaf het moment dat hij wist dat we een fles in de auto hadden, raakte hij zeer aan ons verknocht. We deden een ontdekking die ons geruime tijd sprakeloos maakte: Luís wist niet hoe het land heette waar hij leefde. Hij dacht dat hij gewoon op 'de wereld' leefde. We hadden een oude Braziliaanse schoolatlas bij ons, en onder diverse kleine teugjes legden hem uit dat de wereld rond was, dat er verschillende landen waren met verschillende talen, en dat het land waar we nu waren Brazilië heette en dat de taal die we spraken Portugees was. Hij luisterde aandachtig, maar schoot vaak in de lach. Het moet hem té dwaas zijn voorgekomen. Pas na enige tijd begrepen we ook dat het hem onmogelijk was het land op de kaart in verband te brengen met het land in werkelijkheid. Hij kende geen symbolen. Maar hij kon goed vissen, en dat vonden we op dat moment belangrijker. Wat hij ophaalde liet hij door de kokkinnen klaarmaken en dat deelde hij met niemand anders dan met ons."

August Willemsen , Braziliaanse brieven, Amsterdam, 2008, p. 109.

zaterdag 15 maart 2014

Dublin 2011: I remember...

 

















I remember your smile.

I remember our first kiss before the Failte Bar at Dublin Airport.

I remember Clad Mil a Failte.

I remember our too big coffees at Starbuck's.

I remember your deep brown eyes.

I remember our first magical busdrive in the back of a Dublin bus.

I remember us hiding for the pouring rain under a doorway with all of our presents between us.

I remember the green tourist stores at Trinity College in the morning.

I remember your street, Herbert Street 2.

I remember our first breakfast in the back kitchen under the stairway.

I remember your sleeping room and my first visit to your dreams.

I remember 'Walk the line'.

I don't remember 'Maverick'.

I remember your lava lamp.

I remember your Japanese poster above the bed.

I remember your caress.

I remember our first morning waking up next to each other.

I remember our romantic walks in the old city centre of Dublin.

I remember my beautiful guide.

I remember Tower Records and the cozy coffeeshop upstairs.

I remember holding your hands.

I remember my heart pounding for you.

I remember Temple Bar.

I remember all the green gardens and the colourful flowers.

I remember the house with the flowergarden we were going to buy.

I remember our conversations on any kind of parc bench.

I remember the Natural History Museum and the stuffed animal collection.

I remember ginger boys on a bycicle shouting to us: 'Get a room!'

I remember shopping in Tesco.

I remember the Dublin night and pints at O'reilly's.

I remember our beautiful evening on the doorstep at the corner of Herbert Street.

I remember Dublin.

I remember love.

I remember you.

zondag 10 maart 2013

Een leven in boeken

 Ik herinner me de boeken die het meeste indruk op me maakten:

 
Diepe wildernis: De wegen




















  1. De grote Dik Trom omnibus C. Joh. Kievit 
    Klassieke jeugdverhalen over de avonturen van het jongetje Dik Trom in een vervlogen Nederlands dorp.

  2. Een historische jeugdtrilogie over de Honderdjarige Oorlog in Frankrijk. Marije Wartelsdochter is 15 jaar oud en woont in Brugge. Tegen haar zin moet ze trouwen. Daarom besluit ze om haar vaderland te ontvluchten en naar Frankrijk, het land van haar dromen te gaan. 

  3. The shining Stephen King
    De driftige Jack Torrance wordt huismeester in een groot hotel dat gedurende de winter gesloten is. Zijn vrouw Wendy en hun vijfjarige zoontje Danny vergezellen hem. Danny is helderziend en wil aanvankelijk niet naar het verlaten hotel. Hij voorziet een onbekend gevaar dat hem en zijn ouders bedreigt.

  4. Bezeten stad Stephen King
    In het stadje Salem's Lot gaat alles zijn gewone gangetje. De inwoners zijn zich van geen kwaad bewust wanneer een zekere heer Straker er, samen met zijn afwezige zakenpartner Barlow, een antiekwinkel opent. Hij betrekt het oude, leegstaande Marsten House dat boven de stad uittorent. Op hetzelfde ogenblik keert de jonge schrijver Ben Mears na jaren terug om een boek te schrijven over de geschiedenis van het Marsten House. Een schitterende vampierenroman volgt.
  1. Het Stephen King
    In de jaren vijftig bindt een groepje kinderen de strijd aan met de mysterieuze clown Pennywise. De dagelijkse realiteit van het provinciestadje Derry vervaagt wanneer een duister kwaad het gemunt heeft op de angsten van kinderen.
  1. Spiegels en rook Neil Gaiman
    Een bevreemdende verhalenbundel die je meeneemt naar een magische droomwereld.
  1. Niemandsland Neil Gaiman
    Een tot de verbeelding sprekend fantasy-verhaal dat zich afspeelt in het andere Londen: Niemandsland.
  1. Pension Grillparzer John Irving
    In 'De wereld volgens Garp' reist beginnend schrijver T.S. Garp met zijn moeder naar Wenen. Hij schijft er 'Pension Grillparzer', een meesterlijk verhaal over een ambtenaar van het Oostenrijks Bureau voor Toerisme die met zijn gezin etablissementen keurt. In pension Grillparzer maken ze kennis met een merkwaardig groepje circusartiesten, waaronder een beer op een fiets, een man die op zijn handen loopt en een angstaanjagende dromenvoorspeller.
  1. De man die werk vond Herman Brusselmans
    In een anonieme bibliotheek van een Brussels ministerie 'werkt' en verveelt Louis Tinner zich kosteloos. Cynisch en vol humor.
  1. Trainspotting Irvine Welsh
    Een cultboek dat zich afspeelt in Edinburgh aan het einde van de jaren tachtig. Mark Renton en zijn vrienden zijn allen drugsverslaafd en zoeken in deprimerende achterbuurten hun weg door het leven.
  1. Groetjes uit Brussel Jeroen Brouwers
    Wandelingen door het Brussel van de jaren '60.
  1. On the road Jack Kerouac
    Epische reis door het naoorlogse Amerika van de jaren veertig.
  1. Lonesome traveler Jack Kerouac
    Een reisdagboek met kortverhalen over Amerika, Mexico, Marokko, Frankrijk en Engeland.
  1. The town and the city Jack Kerouac
    De jeugdjaren van Jack Kerouac door de ogen van Peter Martin. Impressies van het landelijke Galloway en de grootstad New York.
  1. Autobiografische roman over Pamuk's jeugdjaren en de geschiedenis van Istanbul.
  1. De postbode van Neruda Antonio Skármeta
    Op het Chileense eiland Negra is dichter Pablo Neruda één van de weinigen die post ontvangt. De jonge postbode Mario Jiménez probeert met de gedichten van Neruda het hart van het meisje waarop hij verliefd is, te veroveren. Een ontroerend verhaal over de woelige jaren zeventig in Chili en het leven van Neruda.
  1. E.H. Gombrich schetst zijn persoonlijke verhaal over de mensheid van het stenen tijdperk tot de atoombom. 
     
  2. Het trieste der tropen Claude Lévi Strauss
    Een klassiek reisverhaal waarin Claude Lévi Strauss terugblikt op zijn antropologische werk in het Brazilië van de jaren dertig.

  3. Ik heet Karmozijn Orhan Pamuk
    Een mysterieuze stadsroman die zich afspeelt in de kunstenaarswereld van het 16de eeuwse Istanbul.
  1. Bruiloft: de zomer Albert Camus
    Schetsen van Algerije en essays over de verbondenheid van mens en aarde.
  1. Dag en nacht feest Ernest Hemingway
    Hemingway's herinneringen aan Parijs tijdens het interbellum, waar hij in de begindagen van zijn schrijverscarrière woonde.
  1. Geheim India Paul Brunton
    De Britse journalist Paul Brunton reist in de jaren dertig door India om yoga beter te begrijpen en ontmoet er verschillende heiligen en wijze mannen.
  1. Mengeling van verhaal, reisverslag en spirituele ervaring van een Britse journalist in het India, Nepal en Tibet van de jaren dertig.
  1. De Diamant Sutra A.F. Price
    Een boeddhistische tekst uit de vierde eeuw voor Christus waarin Boeddha het met zijn leerling Subhuti over de ware aard van alle verschijnselen heeft.
  1. Een prachtig spiritueel boek dat je inleidt in de Indiase filosofie. 
  1. Siddhartha Herman Hesse
    In de tijd van Boeddha vertrekt Siddhartha, de zoon van een Brahmaan, op een lange spirituele zoektocht naar zichzelf.
  1. The books in my life Henry Miller
    Henry Miller vertelt zijn levensverhaal en deelt zijn ideeën aan de hand van de boeken en schrijvers die hij in zijn leven heeft gelezen en ontdekt.
  1. The path to Rome Hilaire Belloc
    Een authentiek reisverslag van een pelgrimstocht die Hilaire Belloc in 1901 van Frankrijk naar de eeuwige stad Rome voerde. Een portret van Europa voor de wereldoorlogen.

  2. De vroolijke tocht Cyriel Buysse
    Cyriel Buysse reist met een automobiel door het Frankrijk van 1910. Een prachtige ode aan Frankrijk, het leven en de vooruitgang.

  3. De laatste ronde Cyriel Buysse
    Cyriel Buysse reist in 1923 nogmaals met een automobiel door Frankrijk en schetst de impact van WO I op de Franse maatschappij.

  4. In Europa Geert Mak
    Een bewogen geschiedenisreis door het Europa van de 20ste eeuw.

  5. Diepe wildernis: de wegen João Guimarães Rosa
    In een afgelegen fazenda vertelt de voormalige bendeleider Riobaldo over zijn leven in de Sertão, een onmetelijke wildernis in het Braziliaanse binnenland. Een prachtig avonturenverhaal over de strijd tussen goed en kwaad.

zondag 24 februari 2013

The City - 1939

Troy Mcclure gehalte is hoog maar toch een aanrader. 'The city' (1939) was één van de eerste sociale documentaires die keek naar de gevolgen van industrialisatie en verstedelijking in Amerika en de impact op de maatschappij. Prachtig tijdsdocument.
 

donderdag 21 februari 2013

Het verdwenen Volkshuis van Brussel

Dagelijks rijd ik er vanaf Brussel-Zuid met de trein voorbij. Vlak voor je de tunnel van de noord-zuidverbinding binnenrijdt, doemt het op langs de rechterzijde. Een grijze wolkenkrabber van dertien in een dozijn. Hou zou de Zavelwijk eruit zien moest dit gebouw nooit van de tekentafels geraakt zijn?

Op zondagen na een dagje rondzwerven in de smalle straatjes van de Marollen zou je ter hoogte van de Kapellekerk op een pareltje van de Belgische Art Nouveau stuiten. Het 'Volkshuis'.

© eBru 2002-2012

Ontworpen door de Belgische architect Victor Horta, bood het frivole gebouw plaats aan kantoren, winkels, cafés, vergaderzalen en een feestzaal. Het werd ingehuldigd in 1899.


© Rossel & cie. S.A. lesoir.be

Ondanks veel internationaal protest werd het 'Volkshuis' in 1965 afgebroken om plaats te maken voor een moderne wolkenkrabber. Bureaucratisch vrolijkt de Tour Blaton, genaamd naar de gelijknamige bouwfirma, sindsdien de bohemische volksbuurt op. 

Bruxelles, bruxellisation de la rue de la Samaritaine.

maandag 4 februari 2013

De lach van Grilo - Brazilië



"Het gesjirp van de krekel en het gekletter van de regen komen door het donker tot mij als ritselende dromen uit mijn voorbije jeugd." Rabindranath Tagore

Ik herinner me nog de wijdse buitenwijken van Araguari. In een provinciestad in de binnenlanden van Minas Gerais lagen de straten te bakken onder de warme namiddagzon. We waren onderweg naar het huis van Grilo.

Bij aankomst waren kleine kinderen aan het spelen op het binnenerf en nieuwsgierig kwamen ze naar ons toe. Grilo was een oude man en lag in een bed in de hoek van een verduisterde woonkamer. Op de achtergrond speelde de TV terwijl zijn dochter aan het koken was in de bijkeuken.

Grilo had lepra gehad en grote delen van zijn armen en benen waren geamputeerd. Was het daarom dat de mensen uit de buurt hem krekel noemden?

Toen ik aan hem werd geïntroduceerd, lachte hij me met de meest hartelijke en tandeloze mond toe. Ik gaf hem een stevige hand bij zijn ellebogen en hij huilde van emotie. Hij zette zich recht op bed en begon languit met ons te praten. Zijn expressieve ogen verlichtten de hele kamer.

Onlangs hoorde ik dat Grilo is gestorven en ik denk gek genoeg nog vaak aan hem terug. 

zondag 3 februari 2013

Volterraio - Elba

Ik herinner me nog de oude, verweerde ruïne van Volterraio op het eiland Elba. Een rotspad bij Bagnaia slingerde de heuvels in en bracht je bij de laatste restanten van deze imposante vesting. Via een donkere uitsparing in de buitenmuur, beklom je een rotsige wand die toegang bood tot de verwilderde binnenplaats. Een afbrokkelende trap leidde naar de onbemande uitkijkposten, vanwaar je een prachtig zicht had over de azuurblauwe baai van Portoferraio. De bewoonde wereld leek vele eeuwen ver.


zaterdag 10 november 2012

Mechelen tijdens de Groote Oorlog

Mechelen, de nadagen van augustus 1914. Enkele weken terug werd de  Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand in Sarajevo vermoord. Oostenrijk-Hongarije beschuldigt Servië van de moord. Wanneer er geen diplomatieke oplossing wordt gevonden, veroorzaakt dit een onvoorstelbare kettingreactie in Europa. De Europese grootmachten komen door reeds bestaande militaire verdragen regelrecht tegenover elkaar te staan en mobiliseren massaal hun legers.

Duitsland verklaart de oorlog aan Frankrijk en vervolgens aan België. Het valt op 4 augustus ons land binnen. Nadat eerst Brussel wordt ingenomen, trekt het Duitse leger verder noordwaarts richting Antwerpen. Wanneer de Duitsers na dagenlange gevechten door de Belgische verdedigingslinies ten zuiden van Mechelen breken, beschrijft de Amerikaanse oorlogscorrespondent E. Alexander Powell de algemene chaos en angst bij de bevolking.
"The retreat from Malines provided a spectacle which I shall never forget. For twenty miles every road was jammed with clattering cavalry, plodding infantry, and rumbling batteries, the guns, limbers, and caissons still covered with the green boughs which had been used to mask their position from German aeroplanes. Gendarmes in giant bearskins, chasseurs in uniforms of green and yellow, carabineers with their shiny leather hats, grenadiers, infantry of the line, guides, lancers, sappers and miners with picks and spades, engineers with pontoon-wagons, machine-guns drawn by dogs, ambulances with huge Red Cross flags fluttering above them, and cars, cars, cars, all the dear old familiar American makes among them, contributed to form a mighty river flowing towards Antwerp. Malines formerly had a population of fifty thousand people, and forty-five thousand of these fled when they heard that the Germans were returning. The scenes along the road were heart-rending in their pathos. The very young and the very old, the rich and the well- to-do and the poverty-stricken, the lame and the sick and the blind, with the few belongings they had been able to save in sheet- wrapped bundles on their backs or piled in push-carts, clogged the roads and impeded the soldiery. These people were abandoning all that they held most dear to pillage and destruction. They were completely terrorized by the Germans. But the Belgian army was not terrorized. It was a retreating army but it was victorious in retreat. The soldiers were cool, confident, courageous, and gave me the feeling that if the German giant left himself unguarded a single instant little Belgium would drive home a solar-plexus blow.
For many days after its evacuation by the Belgians, Malines occupied an unhappy position midway between the contending armies, being alternately bombarded by the Belgians and the Germans. The latter, instead of endeavouring to avoid damaging the splendid cathedral, whose tower, three hundred and twenty-five feet high, is the most conspicuous landmark in the region, seemed to take a grim pleasure in directing their fire upon the ancient building. The great clock, the largest in Belgium, was destroyed; the famous stained-glass windows were broken; the exquisite carvings were shattered; and shells, crashing through the walls and roof, converted the beautiful interior into a heap of debris. As there were no Belgian troops in Malines at this time, and as this fact was perfectly well known to the Germans, this bombardment of an undefended city and the destruction of its historic monuments struck me as being peculiarly wanton and not induced by any military necessity. It was, of course, part and parcel of the German policy of terrorism and intimidation. The bombardment of cities, the destruction of historic monuments, the burning of villages, and, in many cases, the massacre of civilians was the price which the Belgians were forced to pay for resisting the invader.

In order to ascertain just what damage had been done to the city, and particularly to the cathedral, I ran into Malines in my car during a pause in the bombardment. As the streets were too narrow to permit of turning the car around, and as it was more than probable that we should have to get out in a hurry, Roos suggested that we run in backward, which we did, I standing up in the tonneau, field-glasses glued to my eyes, on the look-out for lurking Germans. I don't recall ever having had a more eerie experience than that surreptitious visit to Malines. The city was as silent and deserted as a cemetery; there was not a human being to be seen; and as we cautiously advanced through the narrow, winding streets, the vacant houses echoed the throbbing of the motor with a racket which was positively startling. Just as we reached the square in front of the cathedral a German shell came shrieking over the house-tops and burst with a shattering crash in the upper story of a building a few yards away. The whole front of that building came crashing down about us in a cascade of brick and plaster. We did not stay on the order of our going. No. We went out of that town faster than any automobile every went out of it before. We went so fast, in fact, that we struck and killed the only remaining inhabitant. He was a large yellow dog."
E. Alexander Powell, Fighting in Flanders, New York, 1914
(op 9 november 2012 ook verschenen op Mechelen Blogt)

woensdag 12 september 2012

De Mechelse Dossinkazerne: Wachtkamer van de dood

Voor de Nazi’s was de Kazerne Dossin in Mechelen een verzamelkamp voor joden. Vanaf de zomer van 1942 werden zij er samengebracht om hen op efficiënte wijze te deporteren naar het oosten. Naar concentratiekampen zoals Auschwitz en Birkenau. De Kazerne Dossin werd daarom ook de wachtkamer van de dood genoemd. Joden dienden er tijdelijk te wachten op hun reis naar het ongewisse.

“Wanneer men toekwam, werd men samen met een honderdtal anderen te slapen gelegd in grote slaapzalen", zegt Marjan Verplancke, gids in de Kazerne Dossin. “Men sliep op de grond of op strozakken. Mannen, vrouwen en kinderen dienden er tweeëntwintig uur van een dag door te brengen. Twee uur per dag mocht men op de binnenkoer een soort van gymnastiek beoefenen. In het begin verbleven de gevangenen hier maar enkele dagen en werden dan meteen gedeporteerd naar Auschwitz."

“Er waren ook ateliers waar men tewerkgesteld kon worden. Daar werkten vooral Belgische gevangenen omdat zij niet meteen gedeporteerd werden. Zo was er bijvoorbeeld een schoenmaker en een schilder. Die laatste schilderde de nummerkaartjes van de gevangenen. Over het algemeen verbleef men hier echter zonder enige vorm van activiteit, wachtend op de volgende trein.”

Tussen vier muren
Waarom werd de Kazerne Dossin in Mechelen als verzamelpunt gekozen? “Mechelen is een stad die pal tussen Antwerpen en Brussel ligt en uitgerekend daar woonden destijds de meeste joden in België. Qua architectuur bleek de Kazerne Dossin ook heel geschikt voor de Nazi’s. Gevangenen konden hier heel moeilijk ontsnappen en bijna niemand kon binnenkijken. Daarom waren de inwoners van Mechelen maar matig op de hoogte van wat er gebeurde. Bovendien lag er hier vroeger ook een spoorlijn. Zo konden de joden gemakkelijk worden weggevoerd. Men werd omringd door een haag SS’ers, zodat niemand zag wat er gebeurde, en stapte op de trein."

De joden werden in twee fasen overtuigd om naar de Kazerne Dossin te komen. In het begin werd een list toegepast. “Er werd een bevel tot tewerkstelling aangemaakt en men werd ‘uitgenodigd’ om te gaan werken in het oosten. Velen beeldden zich daarbij in dat ze moesten gaan werken in een Duitse fabriek of op het land. Eigenlijk niet zo vreemd, want ook niet-joden werden verplicht om daar te gaan werken. De bevelen werden aangemaakt door de Nazi’s en werden door de jodenraad, de vereniging voor joden in België, verspreid met een begeleidende brief erbij te gehoorzamen om erger leed te vermijden. 3.900 mensen zijn met zo’n bevel naar de Kazerne Dossin gekomen. Er werden echter in totaal 12.000 bevelen verdeeld. Er was dus maar een minderheid die op deze oproep inging."

In een volgende fase startten de Nazi’s met razzia’s. "Men werd met geweld uit zijn huis gesleept en van bed gelicht. Taferelen die we kennen uit films en ook in België plaatsvonden. Vooral in Antwerpen, omdat de bezetter daar de actieve steun van de Antwerpse politie genoot. In Brussel weigerde de politie mee te werken en zijn er geen razzia’s georganiseerd. Op die manier werd iedereen naar Mechelen gebracht.”

Wanneer men aankwam, moest men wachten tot er zich duizend mensen in de kazerne bevonden. Dan vertrok er een nieuw konvooi. “In de praktijk was dat meestal een paar dagen. Maar naarmate de oorlog vorderde en er zich meer joden verstopten, was het veel moeilijker voor de Nazi’s om dat getal rond te krijgen. Daarom verbleven de joden hier veel langer. Men moest zich bij een receptie aanmelden en werd op een vreselijk vernederende manier gefouilleerd. Daarbij moest men al zijn bezittingen afstaan, van persoonlijke documenten tot de minste briefkaart of foto. Wij hebben deze tot op vandaag bewaard en mensen kunnen de bezittingen komen terugvragen.”

Ontsnappen uit de Kazerne Dossin was heel moeilijk. “Er is slechts één gevangene via het dak van het aanpalende Franciscanessenklooster kunnen vluchten. Als men werd opgepakt, werd men in een speciale cel geplaatst met een band rond de arm. Later werd men onmiddellijk op transport gezet. Een aantal kinderen is wel gered kunnen worden door de zusters van het Franciscanessenklooster. Aan de zusters werd gevraagd of zij op de kleinste kinderen wilden passen omdat ze het moreel naar beneden haalden. Later werden de kinderen samen met hun ouders gedeporteerd. In het begin gehoorzaamden de Franciscanessen. Daarna zijn ze begonnen met joodse kinderen achter te houden en niet meer terug te brengen. Via netwerken zijn er op deze wijze heel veel joodse kinderen gered.”

Na de oorlog
De Kazerne Dossin heeft dienst gedaan als verzamelpunt tot 4 september 1944. Van hieruit werden in totaal 25.257 Belgische joden en 351 zigeuners gedeporteerd. Slechts 1.207 van hen hebben het overleefd. Door de tand des tijds is er maar weinig bewaard gebleven. “Het is heel bizar dat mensen hier vlak na de oorlog nog hun legerdienst hebben gedaan. De Kazerne Dossin werd meteen opnieuw in gebruik genomen als legerkazerne. Velen van hen die het museum nu komen bezoeken, zeggen dat ze van niets wisten. Het werd allemaal een beetje doodgezwegen. Dat heeft veel te maken met de mentaliteit vlak na de oorlog. Men wilde doorgaan met het leven en de maatschappij heropbouwen. Daardoor is er weinig aan bescherming gedaan en werd de Kazerne Dossin pas vanaf de jaren negentig geherwaardeerd.”

In de Kazerne Dossin, omgevormd tot Hof van Habsburg, kan men tegenwoordig een appartement huren of kopen. “Het is bevreemdend. Toch is het goed dat de kazerne destijds deze woonfunctie kreeg. Anders was ze misschien al lang tegen de vlakte gegaan. Ik vind het echt verschrikkelijk wat er hier met de joden gebeurde tijdens WOII en kan alleen maar hopen dat zoiets nooit meer voorvalt. Daar proberen wij met het museum ons steentje toe bij te dragen."

Het joods museum voor deportatie en verzet wil een dubbele boodschap overbrengen. “Langs de ene kant willen we vertellen wat er met de Belgische joden gebeurde tijdens WO II en zoveel mogelijk materiaal daarover verzamelen. Anderzijds willen we ook een link leggen tussen dat historisch verhaal en het heden. We zijn ervan overtuigd dat er lessen kunnen getrokken worden uit wat er zich zestig jaar geleden afspeelde. Hoe we vandaag moeten vermijden dat dit opnieuw kan gebeuren. Daar spelen we op in tijdens de rondleiding. We proberen regelmatig verbanden te leggen met vandaag, naar actuele bewegingen die dezelfde idealen onderschrijven, en maken de bezoekers daar waakzaam voor.”

Meer info
Joods Museum van Deportatie en verzet
Goswin de Stassartstraat 153
2800 Mechelen
Tel: 015 29 06 60


vrijdag 10 augustus 2012

Jeugdjaren op papier

The town and the city
Jack Kerouac

Jean-Louis Lebris de Kerouac, beter gekend als Jack Kerouac, was een Amerikaans schrijver. Hij werd geboren in Lowell, Massachusetts op 12 maart 1922. Hij groeide op in een gezin waar de voertaal Frans was en leerde Engels toen hij eenmaal naar school ging. Hij was heel goed in American football en kreeg een beurs aangeboden voor de universiteit.
Kerouac ging naar New York, maar de universiteit interesseerde hem niet zo. Hier leerde hij enkele mensen kennen waarmee hij later de wereld zou rondreizen. Die ervaringen zou hij gebruiken voor zijn romans. Na een blessure en een ruzie met zijn footballcoach, stopte hij met zijn studies en had verschillende baantjes. Hij ging werken voor de Marine tijdens W.O. II en tussen zijn zeereizen door schreef hij in New York aan zijn debuutroman 'The town and the city' dat in 1950 werd uitgebracht. Het boek was geen verkoopsucces, maar gaf hem wel de status van nieuw aankomend talent.
Kerouac wilde het leven van de Amerikaanse reiziger vastleggen en ontwikkelde een spontane stijl van schrijven die de essentie van beweging probeerde vast te leggen in een oneindige stroom van gedachten en observaties. Zijn boek 'On the Road' is hier het beste voorbeeld van. Het volgt de reisavonturen van hem en zijn vrienden doorheen Amerika en Mexico. Hij schreef dit boek in minder dan drie weken op een enorme rol papier van meer dan veertig meter lang. Na publicatie werd het meteen een cultboek bij de Amerikaanse jeugd. Ongewild werd Kerouac van de ene op de andere dag de spreekbuis van een nieuwe generatie. 'The Beat Generation', die zijn levensstijl begon over te nemen, werd aangetrokken tot ontdekkingsreizen en het onbekende. Deze generatie zou uiteindelijk de hippiebeweging van de jaren zestig inspireren.
Op 21 oktober 1969 is Jack Kerouac op zevenenveertigjarige leeftijd overleden aan een hartaanval.

Leven onderweg
In zijn debuutroman 'The town and the city' pent hij zijn jeugdjaren op papier. Het verhaal volgt de familie Martin vanaf de jaren dertig tot vlak na W.O. II. Ze wonen in een klein stadje in het noorden van Amerika. De familie bestaat uit acht kinderen (vijf jongens en drie meisjes) die elk hun weg proberen te vinden in de wereld. Vele van de kinderen verlaten de kleine stad en voelen zich aangetrokken tot het leven van de grote stad. W.O. II rukt de gelukkige familie uit elkaar en het verhaal spits zich vanaf dan toe op de gedesillusioneerde achttienjarige Peter Martin. Hij geeft zijn universiteitsstudies op en wil zijn leven gaan leiden in de pure zin van het woord. Hij voelt zich aangetrokken tot een steeds veranderend Amerika en een wereld die hij zo graag wil ontdekken. Zo begint hij aan zijn leven onderweg:
On a higway on a rainy night in the summer of that year, by glistering waters of a river in a place not far from the lights of a town, among hills and river-bluffs that were like shadows, a big red truck stopped at the one-light junction. Peter Martin, in his black leather jacket, carrying the old canvas bag in which all his poor needments for a long journey were packed, got down from the truck.
"Don't worry about me," he cried, waving. "It's not raining hard at all. See? Just a drizzle, just a little drizzle. I'll be all right."
The driver of the truck, enshrouded in his high cab, sadly called out:"Well, I guess you'll be okay then. Remember what I told you now. Walk a quarter mile down the road , just follow the river, till you get to the railroad overpass. If it starts raining hard you can wait there. Then you come to the red lights at the big junction, and there you'll see the gas stations and the diners, and there's the main highway that'll take you right in. It goes over the bridge. Got that straight? Good luck to you man!" He shifted into gear and lumbered off the highway. And Peter was alone in the rainy night.
He was on the road again, traveling the continent westward, going off to further and further years, alone by the waters of life, alone, looking towards the lights of the river's cape, towards tapers burning warmly in the towns, looking down along the shore in remembrance of the dearness of his father and of all life. The heat-lightning glowed softly in the dark, and crowded treetop shores and wandering waters showed through shrouds of rain. When the railroad trains moaned, and river-winds blew, bringing echoes throught the vale, it was as if a wild hum of voices, the dear voices of everybody he had known, were crying:"Peter, Peter! Where are you going, Peter?" And a big soft gust of rain came down. He put up the collar of his jacket, and bowed his head, and hurried along.

Jack Kerouac, The town and the city, Penguin Books, London, 2000, p. 498-499

vrijdag 26 augustus 2011

Satori in Mechelen

Liefste Luisa,

Ik vergat mijn sleutelbos in huis en kon daarom niet 
gaan werken. Samen met jou zat ik in het kleine buurtspeeltuintje van onze straat waar we toen woonden. Ik overdacht wat me te doen stond en besloot je met de bus naar de crèche te brengen. Daar kon je spelen, eten, drinken en slapen. Dat laatste kon ik je niet bieden en had je toen nog erg veel nodig. Jij vond de busrit erg leuk en ook voor mij was het een doorprikking van het dagdagelijkse ritueel. Ondertussen had ik mijn werk reeds verwittigd en kon op legale manier de maatschappij een dag ontvluchten.

Toen ik afscheid van je had genomen, liep ik met een schuldgevoel door het centrum van Mechelen. Al zittend aan de oevers van de Dijle, ter hoogte van de Haverwerf, onderzocht ik dit gevoel. 


Door een speling van karma (oorzaak en gevolg) had ik mijn sleutelbos vergeten. Hierdoor kon ik mijn huis of wagen niet meer betreden. Dit voorval belette me te gaan werken en mijn plicht te vervullen. Noodgedwongen had ik daarom een dag vrijaf moeten vragen. Ik voelde me nutteloos omdat ik niet voor jou kon zorgen. Had ik toegang tot mijn auto en huis, kon ik samen met jou van deze dag genieten. Maar het besef kwam dat ik dan gewoon was gaan werken.

Kort samengevat kwam het hier op neer. Ik kon niet gaan werken, had een dag verlof genomen die ik een andere keer beter kon gebruiken en kon deze niet met jou doorbrengen. Ik zou meer werk hebben op mijn werk en me later moeten verantwoorden.

Plots voelde ik me echter niet langer nutteloos ten opzichte van de maatschappij. Ik voelde me hulpeloos tegenover de schepping, de zogenaamde wereld der verschijningen. Het was niet ik die de touwtjes in handen had, maar de kracht van het universum die alles bepaalde. Samen met de maatschappij der mensen maakte ik daar slechts een minuscuul onderdeel van uit. Ik voelde me klein en bescheiden op deze planeet. En plotseling ook vrij. Jij zou goed verzorgd worden zonder mij, mijn werk zou blijven draaien zonder mij. Een onverwachte vakantiedag zonder plannen had zich aangeboden.

Ik viel terug op mijn basisbehoeften. Eten, drinken, rusten, waarnemen, … Je lot in de gebeurtenissen van de dag leggen. Wandelend door de zonnige straten van een Mechelse lentemorgen zag ik het zonlicht reflecteren op het water van de Dijle. Een rivier die er al was voor ze zo werd genoemd. Ik kwam voorbij mooie statige bruggen en overhangende bomen die ruisten op het ritme van de wind. In de verte schitterde het koepelvormige silhouet van de Hanswijkkerk als in een droom. 

Ik voelde me (be)vrij(d) en gelukkig en ging mee op de golf van het leven. Een leven dat altijd zou blijven bestaan met of zonder mij. Het zou blijven evolueren en reïncarneren. Zijn was eindeloos en bezat geen vorm. Wat ik die morgen voelde was eindeloze liefde en begrip voor ALLES. Het deed me mezelf en de gecreëerde maatschappij banaal vinden. “Ik” was veel groter dan “dat”. In het treinstation van Mechelen nam ik een gratis krant. Langs de oevers van de Leuvense Vaart liep ik voorbij de afgesloten voetgangersbrug richting Vrijbroekpark. Daar genoot ik op een zonnig grasveld van puur zijn zonder zorgen. Ik leefde.

P.S.: Later die dag las ik in de leeszaal van de Mechelse bibliotheek: 
        Satori in Paris

dinsdag 19 april 2011

Caro Diario: Het Italië van Nanni Moretti

Als er één regisseur is die ik mateloos bewonder dan is het de Italiaan Nanni Moretti en vooral zijn semi-autobiografische film Caro Diario uit 1993. De film bestaat uit een drieluik waarin Moretti op luchtige en humoristische wijze zijn ergernissen en kanttekeningen op de Italiaanse maatschappij deelt in de vorm van een dagboek.

Met de Vespa door Rome
In het eerste deel rijdt Moretti op een Vespa door de buitenwijken van een zomers Rome op ondermeer de muziek van Leonard Cohen’s ‘I’m your man’.  Onderweg verwondert hij zich over de architectuur uit verschillende tijdperken, bestudeert hij de dagelijkse leefpatronen van de inwoners en  geeft hij zijn mening over de hedendaagse cinema uit Hollywood. Je gaat al rijdend mee op de associatieve gedachtegang van Moretti terwijl hij schijnbaar zonder doel de straten doorkruist. De confrontaties zijn bijwijlen bevreemdend en dat is ook zijn bedoeling. Moretti wil het beeld oproepen van een alleenstaande buitenstaander die op onderzoek gaat naar de drijfveer van de dingen die hij onderweg tegenkomt. Zo vraagt hij zich bij buitenkomst van een lokale bioscoop en het zien van de film Henry, portrait of a serial killer af wie hem deze film ooit heeft aangeprezen. In een hilarische scene confronteert hij de filmcriticus met zijn zelfgeschreven recensie.

Op de Eolische eilanden
Moretti reist in het tweede deel samen met een vriend af naar de Eolische eilanden. Daar wil hij in alle rust werken aan ideeën voor een nieuwe film gebaseerd op de gekke krantenartikelen die hij jarenlang heeft bijgehouden. Maar telkens komen ze obstakels tegen die hun rust verstoren en hen noodzaken verder te reizen. Moretti en zijn vriend worden tijdens hun reis geconfronteerd met zichzelf en hun onderdrukte kwelduivels.

In het derde deel keert Moretti terug naar Rome waar hij vruchteloos zoekt naar een remedie voor een onophoudelijke jeuk die hem reeds wekenlang teistert. Hierbij neemt hij de schaamteloze dokterspraktijken op de korrel die hij door eigen ervaring aan den lijve heeft ondervonden.

Verdwenen Italië
Het is duidelijk dat Moretti op nostalgische wijze zoekt naar een verdwenen Italië. Hij is een beginnende veertiger die zichzelf en zijn gedachtegoed trouw bleef terwijl Italië verderging. Van het verroeste gedenkteken op de plaats waar Pausolini vermoord werd, over de teloorgang van het buurtleven in bepaalde wijken door misleidende mediaberichten, tot zijn eigen leeftijdsgenoten die zich onzeker en schuldig door het leven verplaatsen. De film voelt echter nooit te zwaar aan door de relativerende en humoristische kwinkslagen die Moretti in de film verwerkt. Zo verwoordt hij via zijn dagboek op intieme wijze de stem van een ‘laatste’ authentieke overblijver van een voorbije generatie.

Filmfragment