Voor de Nazi’s was de Kazerne Dossin in Mechelen een
verzamelkamp voor joden. Vanaf de zomer van 1942 werden zij er
samengebracht om hen op efficiënte wijze te deporteren naar het
oosten. Naar concentratiekampen zoals Auschwitz en Birkenau. De
Kazerne Dossin werd daarom ook de wachtkamer van de dood genoemd.
Joden dienden er tijdelijk te wachten op hun reis naar het ongewisse.
“Wanneer men toekwam, werd men samen
met een honderdtal anderen te slapen gelegd in grote slaapzalen", zegt
Marjan Verplancke, gids in de Kazerne Dossin. “Men sliep op de
grond of op strozakken. Mannen, vrouwen en kinderen dienden er
tweeëntwintig uur van een dag door te brengen. Twee uur per dag
mocht men op de binnenkoer een soort van gymnastiek beoefenen. In het
begin verbleven de gevangenen hier maar enkele dagen en werden dan
meteen gedeporteerd naar Auschwitz."
“Er waren ook ateliers waar men
tewerkgesteld kon worden. Daar werkten vooral Belgische gevangenen
omdat zij niet meteen gedeporteerd werden. Zo was er bijvoorbeeld een
schoenmaker en een schilder. Die laatste schilderde de nummerkaartjes
van de gevangenen. Over het algemeen verbleef men hier echter zonder
enige vorm van activiteit, wachtend op de volgende trein.”
Tussen vier muren
Waarom werd de Kazerne Dossin in
Mechelen als verzamelpunt gekozen? “Mechelen is een stad die pal
tussen Antwerpen en Brussel ligt en uitgerekend daar woonden destijds
de meeste joden in België. Qua architectuur bleek de Kazerne Dossin
ook heel geschikt voor de Nazi’s. Gevangenen konden hier heel
moeilijk ontsnappen en bijna niemand kon binnenkijken. Daarom waren
de inwoners van Mechelen maar matig op de hoogte van wat er gebeurde.
Bovendien lag er hier vroeger ook een spoorlijn. Zo konden de joden
gemakkelijk worden weggevoerd. Men werd omringd door een haag SS’ers,
zodat niemand zag wat er gebeurde, en stapte op de trein."
De joden werden in twee fasen
overtuigd om naar de Kazerne Dossin te komen. In het begin werd een
list toegepast. “Er werd een bevel tot tewerkstelling aangemaakt en
men werd ‘uitgenodigd’ om te gaan werken in het oosten. Velen
beeldden zich daarbij in dat ze moesten gaan werken in een Duitse
fabriek of op het land. Eigenlijk niet zo vreemd, want ook niet-joden
werden verplicht om daar te gaan werken. De bevelen werden aangemaakt
door de Nazi’s en werden door de jodenraad, de vereniging voor
joden in België, verspreid met een begeleidende brief erbij te
gehoorzamen om erger leed te vermijden. 3.900 mensen zijn met zo’n
bevel naar de Kazerne Dossin gekomen. Er werden echter in totaal
12.000 bevelen verdeeld. Er was dus maar een minderheid die op deze
oproep inging."
In een volgende fase startten de
Nazi’s met razzia’s. "Men werd met geweld uit zijn huis gesleept
en van bed gelicht. Taferelen die we kennen uit films en ook in
België plaatsvonden. Vooral in Antwerpen, omdat de bezetter daar de
actieve steun van de Antwerpse politie genoot. In Brussel weigerde de
politie mee te werken en zijn er geen razzia’s georganiseerd. Op
die manier werd iedereen naar Mechelen gebracht.”
Wanneer men aankwam, moest men wachten
tot er zich duizend mensen in de kazerne bevonden. Dan vertrok er een
nieuw konvooi. “In de praktijk was dat meestal een paar dagen. Maar
naarmate de oorlog vorderde en er zich meer joden verstopten, was het
veel moeilijker voor de Nazi’s om dat getal rond te krijgen. Daarom
verbleven de joden hier veel langer. Men moest zich bij een receptie
aanmelden en werd op een vreselijk vernederende manier gefouilleerd.
Daarbij moest men al zijn bezittingen afstaan, van persoonlijke
documenten tot de minste briefkaart of foto. Wij hebben deze tot op
vandaag bewaard en mensen kunnen de bezittingen komen terugvragen.”
Ontsnappen uit de Kazerne Dossin was
heel moeilijk. “Er is slechts één gevangene via het dak van het
aanpalende Franciscanessenklooster kunnen vluchten. Als men werd
opgepakt, werd men in een speciale cel geplaatst met een band rond de
arm. Later werd men onmiddellijk op transport gezet. Een aantal
kinderen is wel gered kunnen worden door de zusters van het
Franciscanessenklooster. Aan de zusters werd gevraagd of zij op de
kleinste kinderen wilden passen omdat ze het moreel naar beneden
haalden. Later werden de kinderen samen met hun ouders gedeporteerd.
In het begin gehoorzaamden de Franciscanessen. Daarna zijn ze
begonnen met joodse kinderen achter te houden en niet meer terug te
brengen. Via netwerken zijn er op deze wijze heel veel joodse
kinderen gered.”
Na de oorlog
De Kazerne Dossin heeft dienst gedaan
als verzamelpunt tot 4 september 1944. Van hieruit werden in totaal
25.257 Belgische joden en 351 zigeuners gedeporteerd. Slechts 1.207
van hen hebben het overleefd. Door de tand des tijds is er maar
weinig bewaard gebleven. “Het is heel bizar dat mensen hier vlak na
de oorlog nog hun legerdienst hebben gedaan. De Kazerne Dossin werd
meteen opnieuw in gebruik genomen als legerkazerne. Velen van hen die
het museum nu komen bezoeken, zeggen dat ze van niets wisten. Het
werd allemaal een beetje doodgezwegen. Dat heeft veel te maken met
de mentaliteit vlak na de oorlog. Men wilde doorgaan met het leven en
de maatschappij heropbouwen. Daardoor is er weinig aan bescherming
gedaan en werd de Kazerne Dossin pas vanaf de jaren negentig
geherwaardeerd.”
In de Kazerne Dossin, omgevormd tot
Hof van Habsburg, kan men tegenwoordig een appartement huren of kopen.
“Het is bevreemdend. Toch is het goed dat de kazerne destijds deze
woonfunctie kreeg. Anders was ze misschien al lang tegen de vlakte
gegaan. Ik vind het echt verschrikkelijk wat er hier met de joden
gebeurde tijdens WOII en kan alleen maar hopen dat zoiets nooit meer
voorvalt. Daar proberen wij met het museum ons steentje toe bij te
dragen."
Het joods museum voor deportatie en
verzet wil een dubbele boodschap overbrengen. “Langs de ene kant willen we
vertellen wat er met de Belgische joden gebeurde tijdens WO II en
zoveel mogelijk materiaal daarover verzamelen. Anderzijds willen we
ook een link leggen tussen dat historisch verhaal en het heden. We
zijn ervan overtuigd dat er lessen kunnen getrokken worden uit wat er
zich zestig jaar geleden afspeelde. Hoe we vandaag moeten vermijden
dat dit opnieuw kan gebeuren. Daar spelen we op in tijdens de
rondleiding. We proberen regelmatig verbanden te leggen met vandaag,
naar actuele bewegingen die dezelfde idealen onderschrijven, en maken
de bezoekers daar waakzaam voor.”
Meer info
Joods Museum van Deportatie en verzet
Goswin de Stassartstraat 153
2800 Mechelen
Tel: 015 29 06 60
Geen opmerkingen:
Een reactie posten